Op Trustpilot deelde ik een negatieve ervaring met een dienstverlener. Ze waren te laat en de medewerker had niet de opdracht gekregen het juiste materieel mee te nemen. Dus moest er een nieuwe afspraak gemaakt worden.
De geautomatiseerde e-mail om mijn ervaring te delen op Trustpilot kwam wel op tijd. Dus dat deed ik.
De medewerker gaf keurig antwoord volgens het script:
- bedanken voor de review
- mijn review samenvatten
- afsluiten met excuses en een verwijzing naar de last die ik had gehad.
Keurig. Meer verwachtte ik niet, dus ik vond het wel best. Tot ik struikelde over een woordje in de laatste zin: Welgemeend.
Belabberde bijvoeglijke naamwoorden kunnen de kracht van zelfstandig naamwoorden verneuken
Wees voorzichtig met bijvoeglijke naamwoorden. Die moeten altijd de betekenis van het zelfstandig naamwoord versterken. Rode in rode auto is een uitstekende toevoeging. In rode brandweerauto voegt hij geen klap toe.
Bijvoeglijke naamwoorden zijn een valkuil. Zeker bij hyperbolen. Noem een band vooral geen fantastische sensatie als je ook alleen sensatie kunt gebruiken. Dat woord zegt al genoeg over het toffe optreden.
Toffe voor optreden kan prima, omdat optreden een neutrale beschrijving is.
Gebrek aan non-verbale communicatie
Het geven van ‘welgemeende excuses’ van de klantenservicemedewerker vind ik begrijpelijk. We zitten beide achter een scherm en we hebben geen enkele manier om onze gevoelens te versterken met non-verbale communicatie.
In een winkel had ik met armgebaren, zuchten en een nors gezicht mijn klacht kracht bijgezet. De medewerker had met empathisch knikken de welgemeendheid van de excuses kunnen onderstrepen.
En daar heeft Trustpilot nog geen optie voor.